Aanleiding en uitleg wet kwaliteitsborging

Al ongeveer vijftien jaar is men bezig de kwaliteitsborging in de bouw te verbeteren. In het huidige stelsel ligt de focus onvoldoende op de kwaliteit van het bouwwerk. Hierdoor ontstaat een schijnzekerheid, mede omdat veel vergunninghouders denken dat de gemeente het gehele plan heeft beoordeeld en dat het dus geheel aan regels zal gaan voldoen. Prikkels voor de bouw om zelf te zorgen voor goede kwaliteit ontbreken.

Gevolgen zijn:

  • partijen “verschuilen” zich achter de vergunning;
  • er is een gebrek aan prikkels om kwaliteit te leveren;
  • de (bouw)consument heeft een zwakke positie ten opzichte van de bouw;
  • de kwaliteitsverbetering via het publieke spoor blijft uit;
  • de verantwoordelijkheden zijn onduidelijk;
  • er een papieren werkelijkheid is;
  • er een gebrek aan naleving van de regels is;
  • de focus ligt te veel op tijd en geld.

Er ligt een nieuwe wet klaar die verbetering moet gaan brengen: ”Wet kwaliteitsborging voor het bouwen”. De belangrijkste wijziging is dat de kwaliteitsborging van de technische kwaliteit van bouwwerken verricht zal gaan worden door private partijen (in plaats van gemeenten nu).

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

Bij de nieuwe manier van werken verschuift de bouwplantoetsing van gemeenten naar private partijen. De ruimtelijke toets (onder andere milieu, welstand en Ruimtelijke Ordening) zal ook in de toekomst door Bouw- en woningtoezicht van gemeenten worden gedaan en dus niet naar de private sector ‘verhuizen’.

Manier van werken

In de nieuwe wet zijn private partijen verantwoordelijk voor niet alleen de bouwplantoetsing en bouwtoezicht maar ook de manier waarop dit gedaan wordt. Er zijn 5 partijen te onderscheiden:

  1. Opdrachtgever (vergunninghouder) – De opdrachtgever kan zowel een publieke als een private partij zijn. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor:
    1. Het aanvragen van de vergunning bij het bevoegde gezag (meestal gemeente)
    2. Het aanstellen van de bouwer
    3. Het kiezen van een juist instrument voor het borgen van de kwaliteit
    4. Het aanstellen van de private kwaliteitsborger die toestemming heeft om dit instrument te gebruiken.
  2. Gemeenten – Gemeenten blijven verantwoordelijk voor de ruimtelijke toetsing (onder andere milieu, welstand en Ruimtelijke Ordening). Bij aanvang bouw wordt dit gemeld bij de gemeente en bij ‘gereed melding’. Tevens wordt het bouwdossier (zgn ‘as-built dossier’) aan de gemeente overhandigd. Daarna kan het bouwwerk in gebruik worden genomen.
  3. Instrument aanbieder – De instrument aanbieder ontwikkelt het instrument dat moet leiden naar het voldoen aan alle kwaliteitsnormen volgens het bouwbesluit 2012. Het instrument laat de aanbieder toetsen bij de Toelatingsorganisatie alvorens hij toestemming verleent aan de kwaliteitsborger om betroffen instrument te gaan gebruiken. De instrument aanbieder ziet tevens toe op de correcte naleving en gebruik van het instrument.
  4. Kwaliteitsborger – De kwaliteitsborger is een private partij die de kwaliteitsborging volgens de in het instrument voor kwaliteitsborging voorgeschreven werkwijze uitvoert tijdens de bouw en bij de oplevering van het bouwwerk. Bij oplevering verklaart de kwaliteitsborger dat het bouwwerk voldoet aan de technische voorschriften. Op basis van deze verklaring kan het bouwwerk gereed worden gemeld bij de gemeente en in gebruik worden genomen.
  5. De toetsingscommissie – De toetsingscommissie keurt nieuwe instrumenten en zorgt ervoor dat deze in een database worden opgenomen. Tevens de kwaliteitsborgers die gebruik mogen maken van bepaalde instrumenten zijn opgenomen in deze database.

In beginsel moet een instrument ertoe leiden dat tijdens de bouw voldoende wordt toegezien op het naleven van het bouwbesluit. Het ligt in lijn der verwachting dat er instrumenten ontwikkeld zullen worden waarin wordt toegezien op een hogere kwaliteitsnorm (naar gelang ‘de markt’ hierom vraagt).

Wilt u meer informatie? Zie ook onze website ZiN Kwaliteitsborging of neem direct contact met ons op.

.